Een beladen onderwerp; tot een aantal jaren geleden werd een heel groot deel van sociaal (of niet zo sociaal) hondengedrag verklaard vanuit de dominantietheorie; iedere hond probeert een leven lang de baas te worden en moet er dus zeer regelmatig aan herinnerd worden wie de baas is, desnoods met harde hand.De laatste jaren is er een stroming die van mening is dat dominantie bij honden niet voorkomt en al het gedrag dat daarmee samen lijkt te hangen op een andere manier te verklaren is. Dat de term ‘dominantie’ een door de mens bedachte reden is om een hond te onderdrukken of zelfs mishandelen.Intussen is er weer veel nieuw onderzoek op dit gebied, en zijn resultaten van oudere onderzoeken op een nieuwe manier bekeken. De uitkomsten daarvan werden gisteren door de wetenschappers zelf toegelicht.Heel kort: natuurlijk bestaat er een dominantie-hierarchie onder honden. Die is er namelijk in iedere groep sociaal samenlevende dieren, waaronder ook de mens. Zonder een bepaalde organisatie functioneert een groep gewoon niet.
Een hond of wolf is niet ‘dominant’. Dominantie zegt namelijk altijd iets over een bepaalde verhouding tussen twee of meer dieren. Net als het geen enkele betekenis heeft om te zeggen ‘ik ben groter’ heeft ‘die hond is dominant’ ook geen betekenis.
Pas als je twee honden hebt is één van de twee dominant. In een groep dieren kan je dan vervolgens kijken wie dominant is over wie. Daarna kan je een overzicht maken wie over alle dieren dominant is, en wie over niemand, en wat daar allemaal tussen zit. Deze organisatie in de groep noem je een dominantie-hierarchie.
Hoe die er precies uitziet is erg afhankelijk van de grootte en samenstelling van de groep, en de beschikbaarheid van bronnen, zoals voedsel.
Dat laatste geldt ook voor roedels wolven en verwilderde honden waar onderzoek naar gedaan is.
Dominantie tussen twee honden (dus ook bij onze huishonden) is betrouwbaar vast te stellen door een paar dingen: hoge houding bij de hogere rang (staart omhoog, oren naar voren, kin hoog), dit is dus de dominante hond; houdingsverlaging, brede lage kwispel, onder de kop doorlopen en bek aflikken bij de ranghogere, en gaan liggen of op de rug draaien door de hond met de lagere rang.
Al het andere gedrag zoals een poot op de andere hond leggen, agressie, rijden, noem maar op, is geen betrouwbare aanwijzing voor dominantie-verhoudingen.
De ’top-down’ signalen zijn dan weer minder betrouwbaar dan de ‘bottum-up’ signalen. Met andere woorden; het ontvangen van dominantie-erkenning zegt meer dan het afdwingen van onderdanigheid.
Soms is het erg lastig om te zien hoe het tussen twee honden zit omdat ze een stabiele relatie hebben en dus helemaal niet zo vaak hoeven laten zien wie de ranghogere is; dat is voor de honden allang duidelijk.
Dus nee, dominantie is geen vies woord, maar het heeft niets met onderdrukking of agressie te maken. En dat is eigenlijk de échte discussie die zo verhit gevoerd wordt; moet je je hond onderdrukken en lichamelijk op hem inwerken? Nee dus.
Wat betekent dit nu in de praktijk voor ons als hondenliefhebbers?
Je hond heeft leiding en sturing nodig om goed met hem samen te kunnen leven èn hem een gevoel van zekerheid en veiligheid te geven.
Máár respect en samenwerking moet je verdienen en kan je niet afdwingen!
Wat mij betreft een bevestiging van mijn eigen ideeën en manier van omgaan met honden.